Wat een week, wat een week!
Zondag zijn we dus vertrokken naar dat kleine dorpje, Gonzol. We mochten slapen bij Herlinda, een vrouw van 28. Ze woonde er met haar twee zonen van 7 en 8, Adriaan en Danny. Twee fijne jongens die in het begin heel verlegen waren, maar tegen de laatste dag al streken begonnen uit te halen met ons, dus dat was wel leuk. De grootvader woonde ook in het huis en dan nog de zus van Herlinda met haar man en hun dochtertje van 3 weken. De zus (Elisabeth) was amper 16 jaar! Herlinda haar man is voor 5 jaar gemigreerd naar Amerika om daar veel geld te verdienen om op te sturen naar zijn familie. En dat kon je ook wel zien. Herlinda woonde in 1 van de grootste en mooiste huizen van het dorp, maar dan nog was er niet veel rijkdom. Geen verwarming, geen warm water, geen douche, geen lavabo, geen kasten, geen bedden, een kleine keukentafel met een bank en een paar stoelen, geen messen en vorken om te eten, enkel lepels, een gammel kookfornuis... Herlinda zei dat ze niet veel geld hadden. Honger hadden ze niet, want ze hebben heel veel van zichzelf, maar luxe kunnen ze zich niet permitteren. Een tv hadden ze wel, zoals ongeveer elke Ecuadoriaan. Overal, in elk restaurant, in het internetcafe, overal speelt altijd een tv en liefst zo luid mogelijk.
Maar het was heel erg leuk in het dorp. Maandag zijn we mee gaan helpen op het land met Herlinda. Dat betekent: met de ezel en vijf schapen een uur stappen naar het veld (met ondertussen een prachtig uitzicht!) en daar lagen erwtstruiken te drogen. Op een groot zeil moesten we met stokken alle erwten uit de peulen slaan. Een leuk, maar lastig werk! Katrien en ik hadden allebei blaren op onze handen. Daarna moesten we het kaf van het koren scheiden en daarna nog alle erwtjes die naast het zeil gevallen waren oprapen. Elke korrel telde. Ze zou eens moeten weten hoe de aardappelen bij ons uitgereden worden en hoeveel er op de velden blijfen liggen... Voor een zak van 50 kg krijgt ze 80 dollar, 55 euro ongeveer. En daar werkt ze heel veel dagen voor. Alles is hier wel goedkoper natuurlijk, maar toch blijft het weinig. Na het werk wandelden we terug naar huis en hebben Katrien en ik gekookt voor de familie (dus voor 8 man in totaal). Behalve dat de soep te pikant was en de volauvant te zout, was het best ok.
Dinsdag gingen we weer mee met Herlinda om te werken (deze keer zonder ezel, maar wel met twee stieren en een stel schapen), maar toen we op het veld kwamen bleek dat we niets konden doen. Ze had medelijden met onze blaren en wou ons nog niet meer belasten. We hebben dan maar een wandeling gemaakt en zijn teruggekeerd naar het dorp om eten te maken. Deze keer spaghetti, waar veel hilariteit rond was aangezien we vergeten waren dat ze daar enkel lepels hadden en spaghetti nogal moeilijk te eten valt met lepels. Als dessert maakten we pannenkoeken, wat ongelooflijk in de smaak viel! Ze kenden dat hier niet. Adriaan hielp ons met koken. Alleen al zijn gezicht toen we vroegen of hij wou helpen was goud waard.
Woensdag zijn we gaan stappen met Fabian, de muziekleraar. Een supermooie wandeling naar 'Narriz del diabolo', 'Neus van de duivel', een berg in de buurt van ons dorp waar een bekende toeristentrein stopt. Het is ongelooflijk hoe de natuur hier verandert. We hebben cactussen gezien, woestijn, maar ook prachtige stukken groen met sinaasappel-, advocado, limoen- en allerlei andere soorten fruitbomen. Het belang van irrigatiesystemen werd ons dan ook duidelijk. Ook suikerriet, aardappelen, kolen, mais... Alles hebben ze hier. Alleen beseffen ze niet echt welke lekkere dingen ze daarmee kunnen maken. Het eten is niet slecht, maar niet verfijnd. Gewoon rijst met een stuk vlees en wat groenten. En dat terwijl ze gewoon alles in hun land hebben om de lekkerste dingen van de wereld te maken.
Na de wandeling haastten we ons terug naar het dorp om eten te maken, maar dat was zonder de mensen van het dorp gerekend. Velen wouden een praatje maken en twee vrouwen vroegen ons binnen om chicha te drinken, een plaatselijk drankje gemaakt van gegiste mais (waarvan we achteraf verbaasd waen dat we er geen diaree van hadden). Nu kwamen we eens in een huis van nog armere mensen. Geen vloer, zakken rijst om op te zitten... Maar ongelooflijk vriendelijk! En ze zeiden wel 10 keer dat we alleen maar goede dingen van hen in België mochten vertellen. Bij deze.
Dan snel naar huis om snel snel eten te maken (wortelen met een klein beetje worst en rijst. Appelmoes met kaneel als dessert. Appelmoes kenden ze niet, maar weer waren ze verkocht) om dan muziekles te gaan geven. Maar het was minder leuk dan de vorige keer. We waren allebei doodop van heel de dag te stappen en van te koken en ook de kindjes waren moe van op school te zitten. Na een halfuur hebben we gewoon spelletjes gespeeld op het plein wat ook leuk was, maar vermoeiend! Daarna nog naar de kerk waar Fabian les aan het geven was aan de volwassenen van het dorp. Er was geen les, maar een gesprek aan de gang over geloof en geloofsbeleving, dat ze het breder zagen dan enkel in de kerk zitten, maar dat je ook contact kon hebben met God als je in de bergen gaat stappen of zo. Het was boeiend om hen zo bezig te horen, om hen te horen zoeken naar manieren om hun geloof te uiten, om na te denken wat ze juist willen met de evangelische kerk. Opeens werd het ons ook duidelijk dat de evangelische kerk van in Cochapamba protestanten zijn en de katholieke kerk van in Gonzol katholieken. In Chochapampa hing er geen kruis in de kerk, werd er elekrische gitaar gespeeld, toneeltjes opgevoerd door de kinderen,... Er zat leven in en een grote wil om de gemeenschap de ontwikkelen, om niet enkel te werken, maar meer uit het leven en elkaar te halen.
En dan was het tijd om afscheid te nemen. Voor de eerste keer was het raar om dag te zeggen en te beseffen dat je die mensen waarschijnlijk nooit meer terug zal zien, terwijl je er ondertussen wel een band mee hebt en hen beter wil leren kennen. Opnieuw de vraag of we niet te vroeg weggegaan zijn, ideeen over wat we nog allemaal zouden kunnen doen kwamen in ons op op weg naar de Panamericano die ons naar Cuenca voerde. Maar goed, da's het lot van reiziger te zijn...
O ja, woensdag was ook de dag van de vlooien. 's Morgens werd ik wakker met m'n voeten vol rode plekken die ONGELOOFLIJK jeukten. Amai, een muggenbeet is er niets bij. Katrien had er een klein beetje in haar hals. We denken dat het vlooien zijn. Ondertussen hebben we nog een paar beten bij, maar helemaal niet zo erg als op m'n voeten. We hopen dat het ergste voorbij is. Ik zit ook met een verkoudheid en sinusitis waar ik maar niet vanaf raak. Combinatie van de hoogte en de uitlaatgassen, denk ik. Het is erger in de stad dan in het dorp.
Donderdag hebben we dan nog afscheid genomen van Herlinda en haar een pannenkoekenpan cadeau gedaan. Zij had frietjes en popcorn voor ons als ontbijt gemaakt (hier is het de gewoonte dat ze ook warm eten 's morgens). Ze was echt ongelooflijk lief voor ons!
Dan met de bus naar Cuenca, weer langs prachtige landschappen. Cuenca is een mooie stad, de mooiste die we tot nu toe gezien hebben. Maar het is wel een Europese stad. De invloed van het Westen zie je hier heel sterk. In Cuenca spraken we terug af met David, de Amerikaan die we hadden leren kennen in Riobamba, 2 weken geleden. Hij was hier om Spaanse les te volgen. 't Was leuk om iemand bekend te zien en alle verhalen te kunnen vertellen. Vrijdag bezochten we de stad en leerden we Richard kennen, een Ecuadoriaan van 21 die ons maar al te graag de stad wou laten zien. In het begin vertrouwden we het niet, maar uiteindelijk bleek hij ok. En door hem hebben we eindelijk eens de juiste prijs op de markt betaald zonder 'gringa-tax'. Wij blanken betalen altijd het dubbele hier, wat uiteindelijk nog niet veel is, maar toch!
Gisteren, zaterdag, zijn we gaan stappen in het nationaal park van Cajas, het duizendmerenlandschap. Maar dat viel een beetje tegen. De omgeving was heel eentonig, droog, geen mooie kleuren, weinig leven. Er was wel een ongelooflijk stilte. Je hoorde gewoon niets. Maar we vonden het dus niet echt de moeite, behalve dan dat we op 4200 meter zijn geweest! En dat voelden we aan onze adem als we omhoog moesten. En dat voelen we nu ook aan onze verbrande wangen... Er was van heel de dag amper zon, maar blijkbaar is dat waterzonnetje op die hoogte genoeg om verbrand te zijn. 't Ja... weer iets bijgeleerd.
Toen we terug aan onze hostel kwamen was Richard daar met een vriend om te kijken of we niet verdwaald waren. Ze vroegen of we mee wilden naar een tentoonstelling van de fotoklas van Cuenca. Waw, supermooie foto's! We zouden er naar kunnen blijven kijken. Daarna kregen we nog een rondleiding in de belangrijkste kerken van Cuenca, gingen we samen eten en nog Canella drinken, een specialiteit van Ecuador. Er werd veel gepraat over de cultuur en over het leven van jonge mensen in Ecuador. Een leuke en boeiende avond! Zij wouden perse ons eten betalen en opdat wij de canella mochten betalen hebben heel wat energie nodig gehad. Ze vonden het moeilijk om door meisjes getrakteerd te worden, terwijl dat bij ons een normale zaak is. De ene betaald dan eens, de andere dan.
Het is leuk om mensen tegen te komen. In het begin is het altijd moeilijk om te weten of ze te vertrouwen zijn, maar velen zijn eigenlijk ook maar even nieuwsgierig naar ons zoals wij nieuwsgierig zijn naar hen. Maar ik denk dat we er in die drie weken en een half wel in geslaagd zijn om een beetje binnen te dringen in de cultuur. We hebben een beetje overal gezeten, in de stad, de jungle, het dorp, bij verschillende mensen. Vandaag is onze laatste dag Ecuador, morgen nemen we de bus naar Peru! Een nieuw land, andere mensen, waarschijnlijk meer armoede. Ik ben heel erg benieuwd. Ecuador was een opwarmertje, nu beginnen we aan de landen waar we eigenlijk echt naartoe willen.
Ons Spaans wordt trouwens met de dag beter, al verlangen we naar de dag dat we echt een gesprek kunnen hebben en alle nuances kunnen leggen die we willen leggen. Nu kunnen we wel ongeveer zeggen wat we denken, maar 't is wel moeilijk en alles wordt vrij zwart-wit uitgedrukt door ons gebrek aan woordenschat.
Nog een fijne zondag voor jullie allemaal!
Annelien
en natuurlijk blijf ik als trouwe fan jullie avonturen volgen ! zo weinig reacties vind ik,
BeantwoordenVerwijderenwaar blijven de enthousiaste medereizigers van op afstand ?
ik vind het alvast heerlijk om jullie verhalen te lezen en te kunnen meeleven !
fijn dat jullie kunnen kennismaken met de plaatselijke bevolking !
heb het gevoel dat jullie nu pas écht vertrokken zijn !!
liefs,
mama annie
En een 2de fan... ! Ik reis van op afstand een beetje mee... Heerlijke avonturen, heel leuk geschreven...
BeantwoordenVerwijderenLie(f)s.
Wat een leuk verslag! Ik heb ook het gevoel dat jullie nu pas echt 'den draai' gevonden hebben. Het leven in het dorp klinkt echt op jullie lijf geschreven.
BeantwoordenVerwijderenIs Elizabeth dan op heet 16e net moeder geworden?? amai, dat kunnen we ons hier niet voorstellen...
Op naar Peru! Niet te geloven, het eerste hoofdstuk is al achter de rug. Ik kan niet wachten om alle volgende avonturen te horen.
veel plezier!
bedankt voor de verjaardagstelefoon!
liefs, Karen
Karen, Elisabath was inderdaad een mama van 16 jaar dat haar 15 dagen-oud kindje de borts aan het geven was. Zelf is ze echt ook nog een meisje dat graag giechelt en ontdeugend is. Tis goed dat ze bij haar zus woont. Voor Herlinda is het een leuke afwisseling van het werk om het kindje in bad te steken, het in te pakken zoals een cocon, het stil te krijgen, ... en voor Elisabeth een goeie leerschool!
BeantwoordenVerwijderenHerlinda zei zelf 'Una niña con una niña' (een kind met een kind). Veel durfden we haar niet vragen onmdat dat mss beledigend of denegrerend ging overkomen. Maar ik dacht dat Elisabeth ook werkte en haar vriend ook.
We komen hier vanalles tegen en soms is het moeilijk in te schatten wat we wel niet kunnen zeggen of vragen. De manier waarop doet er veel toe, maar aangezien ons Spaans niet perfect is, ligt dat nogal moeilijk om iets verkeerd uit te drukken.
Alles op z'n tijd!
Katrien