29 januari 2012

We komen naar huis, maar iets later

Voor wie het wil weten, onze vluchturen zijn gewijzigd waardoor we pas om 18.30 in Brussel aankomen. Goed dat er zoiets bestaat als het "online bekijken van de vluchtroosters"!

We vliegen nu alsvolgt:
21/2: La Paz - Miami: 7.15 - 15.50
21/2: Miami - Madrid: 18.00 - 8.40
22/2: Madrid - Brussel: 16.10 - 18.30

Tot over enkele weken!
Verslag van de voorbije vierdaagse in La Republica volgt nog!

Katrien

23 januari 2012

Gracias a la vida


Katrien was nog vergeten te vertellen dat we ook in Sucre zijn geweest, de mooiste stad van Bolivia! Na Potosi namen we de taxi naar Sucre. Katrien had weer wat last van diarree en aangezien het maar 2 uur rijden was en maar 8 euro kostte namen we de taxi. Gelukkig heeft de chauffeur niet moeten stoppen voor haar! Hij zette ons af in hostal Pacha Mama en we zaten met ons gat in de boter. Weeral een hostal met een prachtige binnentuin, hangmatten in de zon, duizend geurende rozen, picknicktafels in steen, een grote keuken om eindelijk weer eens zelf te koken en veel andere mensen. Vooral Argentijnen en Fransen. Andere nationaliteiten komen we hier niet tegen. De Argentijnen hebben nu vakantie en Bolivia is dichtbij, vandaar...

Sucre zelf is een gezellige stad. De diarree bij Katrien duurde gelukkig maar 1 dag, zodat we samen de stad konden ontdekken. Een supergrote markt met een overvloed aan fruit. Mmmmm, eindelijk waren er terug maracuyas, de grote passievruchten die ze hier hebben en ondertussen ons lievelingsfruit is geworden. Op de altiplano hadden ze dat niet. Bananen moesten we zoeken in de seccion platanos en de limoenen in de seccion limones. Een grote markt dus met wonderlijke kleuren. We bezochten ook het kerkhof, wat hier een groot park is en de lievelingsplek is van de studenten om te studeren. Nu het vakantie is waren er geen studenten, maar wel heel veel families die bloemen bij de graven komen zetten. De ijsjesventers en colaverkopers ontbraken niet aan de ingang! Wij kochten ook een bloemetje en legden het bij de kindjes en dachten ondertussen eens aan onze opa en oma en mensen die we kennen die gestorven zijn.
We bezochten ook het klooster. De gids leek een cassettebandje van een Limburger ingeslikt te hebben. Amai amai, zo saai! Museums zijn echt ons ding niet, hier in Bolivia. Telkens is zoeken hoe we kunnen weggeraken leuker dan het bezoek zelf. Nee, de patios met de sinaasappelbomen en de 1400-jaar oude ceder waren wel mooi om te zien. De legende zegt wie drie keer langs rechts een toertje om de boom doet mag drie wensen doen. Wie drie keer langs links loopt zal binnen het jaar trouwen. Wegens weinig perspectieven van ons twee op liefdesvlak kozen we allebei voor rechts...
Voor de rest verdwaalden we in de straatjes van de stad, kochten ovenvers brood bij de bakker en kochten we samen voor honderden euro's souveniers en cadeuatjes. We kochten dan ook maar direct een extra zak om al die dingen in te steken. M'n papa wordt dan ook niet elk jaar 50 en m'n broer krijgt dan ook niet elke dag een tweeling! (Voor zover ik weet zijn ze nog niet geboren, maar dat laat niet weg al cadeautjes te kopen...) Het wordt nog puzzelen om alles in België te krijgen!
's Avonds speelden we muziek met een Argentijn en leerden we nog wat technieken om armbandjes te maken bij. Leuke tijden, daar in Sucre, maar het werk in Santa Cruz riep....


Ondertussen zit onze eerste werkdriedaagse erop. Een pracht van een project, ondeugende maar fijne jongens om voor te zorgen, warmte om dood van te vallen en arte arte arte mosquitos!!! De eerste nacht konden we allebei niet slapen van de hitte en van de jeuk. Ik dacht: "hier blijf ik niet!" Maar goed, als we bedachten wat we allemaal kunnen doen met de jongens en als de jongens ons vragen wanneer we terugkomen, dan wordt m'n hart alweer blij en vol enthousiasme en denk ik: "ik zal me dood krabben, ik zal niet veel slapen, maar ach, wat maakt het uit?"
Er zijn op dit moment 16 jongens tussen 10 en 16 jaar. Ze wonen op een soort boerderij. Er zijn zo'n 20 koeien, 20 varkens, een moestuin, een houtoven om brood te bakken, een voetbalveld, een grote eetzaal, een tv-kamer, slaapzalen... Elke dag worden de koeien gemolken en dan wordt de melk gebruikt om kaas van te maken of voor in het eten. Vrijdag mochten we helpen met kaas maken. Ze doen een of ander poeder bij de melk, waardoor die stijf wordt. dan enkel het water eruit persen, een dag in de vorm laten en klaar! Niet dat het onze lievelingskaas is, maar goed... Boliviaanse kazen blijven niet verbazen... Tijdens de dag moeten ze allemaal een uur of 3 helpen en de rest van de tijd zijn ze vrij. Normaal gaan ze naar school, maar nu is het dus vakantie en is het leuk dat wij er zijn om dingen met hen te doen. Voor hun werk krijgen ze geld, waarmee ze in de winkel dan schoenen of kleren kunnen kopen. Echt een goed systeem. Zo leren ze dat je niets voor niets krijgt. Het is alleszins een veel beter project dan onze gevangenis in Peru. Daar waren de meisjes opgesloten, leerden ze niets, waren er 1001 regels en waren ze niet vrij. Hier zijn er heel weinig regels, mogen de jongens gaan en staan waar ze willen en het werkt. Ze helpen als het moet en zijn veel gelukkiger dan de meisjes. Of dat lijkt toch in elk geval zo. Maar goed, ondanks de goede opvang blijft er natuurlijk een tekort aan liefde en een gebrek aan familie. De jongsten komen ons vaak knuffelen en de oudsten vragen onze aandacht door ons te plagen. Meisjes plagen is liefde vragen... :)

Vandaag, zondag, waren we terug bij de familie. Hier zijn er geen muggen, waardoor het pakken beter is! Alleen de ijsjes en de aardbeien ontbreken hier. Voor hen is het normaal dat het zo warm is, dus krijgen we hier linzenstoofpot en winterse gerechten. Maar vandaag was het barbeque! Met biefstuk. En het was lekker, maar veel te veel vlees! Fieuw! 't Is hier echt een open huis. Er komt veel familie langs en da's leuk. We voelen ons op ons gemak. Deze morgen hebben we ook de zoo bezocht, die op twee straten van ons huis is. We wouden wel eens de dieren van Bolivia zien en ja, we zagen dieren die we nog nooit van ons leven gezien hadden! De foto's volgen. Deze namiddag moest ik eerst wat bekomen van de vele Boliviaanse wijn (die overigens heel erg lekker is!) die de nonkel me ingeschonken had (met deze warmte zou een frisse Belgische pint hier niet misstaan!) en dan maakten we armbanden. We beginnen het onder de knie te krijgen. Weldra ook foto's van onze eerste creaties!

Veel groeten uit het zwoele Santa Cruz!
Annelien

P.S. Vandaag is het de 22ste! Nog 1 maand en we zijn terug! :)
Dit lied zong Frederica, de Francaise waarmee we de zoutwoestijn bezochten, op een avond. Gracias a la vida, dank aan het leven. Ook al is het leven niet altijd makkelijk (Ook op deze reis niet... Onze verhalen klinken waw en dat zijn ze ook, maar er zijn ook momenten dat ik het even niet meer zie zitten en ook gewoon in m'n zetel bij de kachel in België wil zitten en niet in godvergeten Zuid-Amerika), dit lied vat voor mij de schoonheid en de eenvoud van het leven samen.

Gracias a la vida
que me ha dado tanto
me dio dos luceros
que cuando los abro
perfecto distinguo
lo negro del blanco
y en el alto cielo
su fondo estrellado
y en las multitudes
el hombre que yo amo
gracias a la vida
que me ha dado tanto
me ha dado el oido
que en todo su ancho
graba noche y dias
grillos y canarios
martillos, turbinas
ladritos, lluvascos
y labos tan tierna
de mi bien amado
gracias a la vida
que me ha dado tanto
me ha dado el sonido
y el abecedario
con el las palabras
que pienso y declaro
madre, amigo, hermano
y luz alumbrando
la ruta del alma
del que estoy amando
gracias a la vida
que me ha dado tanto
me ha dado la marcha
de mis pies cansados
con ellos anduve
ciudades y charcos
playas y desiertos
montanas y llanos
y la casa tuya,
tu calle y tu patio
gracias a la vida
que me ha dado tanto
me dio el corazon
que agita su marco
cuando miro el fruto
del cerebro humano
cuando miro el bueno
tan lejos del malo
cuando miro el fondo
de tus ojos claros
gracias a la vida
que me ha dado tanto
me ha dado la risa
y me ha dado el llanto
asi yo distinguo
dicha de quebranto
los dos materiales
que forman mi canto
y el canto de ustedes
que es el mismo canto
Y el canto de todos
que es mi propio cantio
gracias a la vida


Dank aan het leven
dat mij zoveel gaf
het gaf mij twee ogen
en wanneer ik ze open
kan ik perfect
onderscheid maken tussen wit en zwart
en zie ik in de hoge hemel
haar met sterren bedekte dak
en in de menigte
de mens van wie ik houd
dank aan het leven
dat mij zoveel gaf
het gaf mij het gehoor
dewelke in heel zijn breedte
dag en nacht opneemt,
krekels en kanaries,
hamers en turbines,
geblaf en regendruppels,
en het zachte gefluister
van mijn beminde
dank aan het leven
dat mij zoveel gaf
het gaf mij een stem
en het alfabet
daarmee vorm ik de woorden
die ik denk en waarmee ik zeg
moeder, vriend, broer
zij vormen het licht
dat de weg naar de ziel
van mijn geliefde verheldert
dank aan het leven
dat me zoveel gaf
het gaf mij de mars
van mijn vermoeide voeten
waarmee ik
door steden en plassen stapte,
door stranden en woestijnen,
over bergen en door vlakten,
naar jouw huis,
jouw straat, jouw tuin
dank aan het leven
dat me zoveel gaf
het gaf mij een hart
dat sneller gaat slaan
wanneer ik de vruchten aanschouw
van het menselijk verstand
wanneer ik het goede
zo ver van het kwade zie
wanneer ik de bodem zie
van jouw heldere ogen
dank aan het leven
dat me zoveel gaf
het gaf mij de lach
en de traan
zo onderscheid ik
het geluk van het verdriet,
de twee onderdelen
die samen mijn lied vormen
en jullie lied
dat hetzelfde lied is
en het lied van iedereen
dat mijn eigen lied is
dank aan het leven

19 januari 2012

Aangekomen in Santa Cruz! Over de grootte van de stad en de warmte had niemand hier gelogen. Zo een stad hebben we op onze reis nog nooit gezien, buiten Lima dat we gepasseerd zijn dan. Het is hier tropisch warm, het zweet staat op ons hoofd. Na een busrit van 14u op aardewegskes met een chauffeur die steeds de snelste wou zijn, kwam de hitte (het was nog maar 8u smorgens) niet echt als geroepen. Maar we Callecruz had een slaapplaats voor ons geregeld, dus moesten we niet meer doen dan enkel een taxi nemen en hem het adres te geven. We slapen bij Olga en Carlos. Een ouder koppel met 3 dochters en 2 zonen. Sommige zitten in het buitenland, andere komen op bezoek, er woont ook nog 1 dochter thuis en er is ook nog een dochter met kleindochter op vakantie bij de oma. Dus veel volk. En dan vergeet ik nog Eva, een meisje uit Wallonië die hier 4 maand stage heeft gedaan en volgende week woensdag vertrekt, maar nu kan ze ons hier een beetje inleiden in de grote stad en het werk in Callecruz. Toen we ons iets uitlegde, spraken we Spaans. Cleo (de directrice van Callecruz) was verbaasd aan het kijken omdat we Spaans spraken en niet in onze eigen taal. Maar wij kunnen nu echt beter Spaans dan Frans en zij hetzelfde voor Nederlands. Dan kom eens landgenoten tegen...
Het huis van Olga ligt opnieuw ver uit de stad, we moeten 2 busjes nemen tot aan de officina. De werkplaats van Callecruz, "La republica" ligt nog verder, op 32km van de stad. Daar moeten we met de bus naartoe en dan nog eens 30min stappen, in de warmte. Omdat het zo afgelegen ligt, werken ze hier met ploegen die daar 3 nachten blijven. Op woensdag en zaterdag worden de ploegen gewisseld. Normaal gingen we gisteren al gaan, maar de regen heeft daar een stokje tussengestoken. Als het regent kan er niet gewisseld worden... Als het regent, dan regent het goed. Er zijn hier geen riolen, dus al het water loopt dan over de straten, op de voetpaden. Wel een efficiente manier van kuisen! We waren de regen ook dankbaar omdat het verfrissing meebracht, een beetje wind. Ook tijdens de nacht zijn er nog een paar pletsbuien geweest, sodat het doenbaar was om te slapen. Maar ons ochtenddutje van toen we net "thuis" waren, was iets anders. Overal waar je huid een andere huid raakt, zweet je, er staan druppels op ons hoofd, droge lucht, dorst,.... We moeten nog hard wennen aan de warmte. Muggen zijn er ook, maar voorlopig nog geen epedemie aan muggenbeten. Godzijdank, want we waren net van onze beten verlost.
Dus nu zijn we aan het wachten tot wanneer we naar La Republica kunnen vertrekken. Als we vertrekken, dan zal het voor 4 dagen zijn. Daarna zijn  we 3 dagen thuis om uit te rusten em Santa Cruz te bezoeken. We gaan zien wat dat de komende maand zal geven.

Hier in Bolivia voel en zie je de armoede meer. Meer kinderen en vrouwen op straat, al verkopend of bedelend. We waren in Potosi aan het wachten in een busje voor een rood licht en zagen jongetjes wc-papier en chocolaatjes verkopen. 1 jongetje had 1 chocolaatje, hij kon het verkopen en ging naar de winkel waar hij met 2 chocolaatjes buiten kwam. Ze doen hun best hier. Ik ben eens benieuwd wat we gaan zien in La Republica. Ze zijn van 10 tot 16 jaar oud, jongens en meisjes samen.

We zijn nu dus aan het afwachten wanneer we naar La Republica kunnen vertrekken en dan zijn we daar wellicht voor enkele dagen. Het is terug aanpassen, het reizen achterlaten en ons settelen, uitzoeken hoe alles werkt, onze plaats in de familie vinden en omgaan met de warmte. Maar wellicht staan er ons opnieuw levenslessen -ervaringen te wachten!

We zijn aan onze laatste maand Latijns-Amerika begonnen!
Lieve groet,
Katrien

14 januari 2012

Un chancho de mierda en nieuwe fotos

Hola!
Donderdagmorgen hebben we de binnenkant van de zo mooie bergen tijdens de busrit ook eens kunnen zien. Een heel ander verhaal, zoveel is duidelijk.
Met een agentschap hebben we samen met een groep Argentijnen, een cooperative mijn bezocht. In tegenstelling tot de mijnen van de overheid hebben ze hier geen zekerheden, geen vast loon, geen vaste uren, geen liften, geen electriciteit. Het voordeel is dat ze zelf de prijs van hun mineralen kunnen bepalen en werken volgens de regel "hoe meer uren in de mijn, hoe hoger de som op het einde van de maand". We kwamen aan de mijn (die op 4200m ligt) toe nadat ze ons eerst een uniform gegeven hadden om onze kleren niet vuil te maken, een helm met koplamp om ons een weg te kunnen banen door de mijngangen met overal uitstekender balken en laarzen om door de modder te lopen. Het is ook de gewoonte dat de toeristen vooraf op de mijnwerkersmarkt kado"s  kopen om tijdens het bezoek af te geven. Het gaat dan om cocabladen die goed zijn voor de kou, de honger, de dorst en de slaap. Om warm te krijgen, drinken ze ook af en toe alcohol, pure alcohol van 97 graden! Eraan ruiken alleen al deed me denken aan een ziekenhuis. Dinamiet is ook een geliefd geschenk. Jaja, hier in Potosi kan je gewoon legaal dinamiet op straat kopen aan 2euro het stuk! Met sigaretten en extracten van bananen kon je hen ook een plezier doen om het effect van de coca te versterken. Maar wij hebben daar niet in meegedaan en gedacht aan de families door onzerugzak eens uit te kuisen en al het overbodidige weg te geven. We zijn zo toch 3kg lichter geworden!

Aan de ingang van de mijn zagen we jongens en mannen aan het werk. Allemaal met vuile kleren, botten, handschoenen, helm en wat vooral opviel: een dikke kaak vol cocablaadjes. Het leek alsof ze allemaal een abses in hun mond hadden. Met drie man per karretje probeerden ze het ijzeren gewicht op de sporen te houden om de opgegraven mineralen naar buiten te brengen. Zwaar labeur, jawadde.

Binnengaan in de mijnen was niet zonder gevaar door de weinige zuurstof, instortingsgevaar, stoflucht,... Vooral mentaal spoken alle gevaren door je hoofd als je de mijn binnengaat. Bij mij had het het effect dat ik na 1 minuut terug naar buiten wou, ik dacht dat ik niet meer zou kunnen ademen of flauwvallen. We hadden ook niets van koeken of drinken mee, alleen ons fototoestel. Maar de andere stem in mezelf deed me rustig doorlopen, aan iets anders denken en alles was normaal. We zijn 1 verdieping gedaald, naar de"tio". De "nonkel" van de mijn waar de mijnwerkers offers komen brengen. Ter bescherming, vragen voor een goeie gezondheid (de gemiddelde leeftijd van een mijnwerker is 45jaar) en de Tio staat ook symbool voor "mannelijkheid". Dat hebben we allemaal goed kunnen zien. De tio ziet eruit als een rode zittende stier met een gigantisch grote penis.Vrouwen mogen niet in de mijnen komen, het brengt ongeluk.Maar 1 keer per jaar met de mijnfeesten komen ze wel binnen omaan de tio te offeren en aan zijn "mannelijkheid" te komen en te vragen voor een man of eenn kind.

Het machogehalte zit niet enkel in de eer van de mijnwerkers, maar in elke Boliviaan. Op weg naar de mijn, reden we door smalle straten.Op een bepaald moment wil er een comion in de straat rijden waar wij ook aan het rijden waren met een minibusje. Onze chauffeur deed teken dat decamion moest wachten, maar dat lapte hij aan zijn laars. Hij reed naar ons. Onze chauffeur liet zich niet doed en reed ook door tot ze op 5cm van elkaar stonden.... De camion zette zelf zijn motor uit om te laten zien dat hij niet van plan was om achteruit te gaan. Wij dus achteruit.... Toen de camion dan eindelijk passeerde begon het schouwspel tussen twee mannelijkheden die hun ego niet wouden verliezen. Elkaar uitschelden, met de arm dreigend naar elkaar uithalen. Veel verstonden we er niet van, maar onze chauffeur sloot af met de woorden "Tu no tienes ojos,eres un chancho de mierda" (je hebt geen ogen, je bent een varken van mijn voeten) en alwegrijdend herhaalde hij nog "chancho, chancho,chancho". We hebben nu ook eens leren vloeken!

Met andere woorden was het echt een zeer boeiende excursie. Geschiedenis en realiteit van Bolivia. De keerzijde van de schoonheid van het alles en het niets.

Pas op voor de zware stormen daar in het Vlaamse land!
Katrien

PS; we hebben eindelijk doorgehad dat de fotos die we aan het uploaden waren op  https://picasaweb.google.com/annelien.katrien nog niet "openbaar"stonden. Dus vanaf nu zijn er fotos te zien van de colca en enkele van San Jose. Er volgen nog heel wat fotos, maar daarvoor hebben we eens snel internet nodig en dat hebben we hier nog niet gevonden.
Die site is trouwens ook al vol, meer fotos zullen volgen op https://picasaweb.google.com/annelien.vanneste
Mochten er problemen zijn om de fotos te bekijken, laat maar iets weten!

De schoonheid van het alles en de schoonheid van het niets

En ik die dacht dat Peru alle schoonheid van Zuid-Amerika in zich droeg... Bolivia is zowaar nog mooier. Waw, we zijn onder de indruk. De mensen zijn wel minder vriendelijk en veel gereserveerder dan in Peru en dat was even wennen. In Peru stonden ze te springen om ons te helpen en hier moet je toch meer zelf naar de mensen toe stappen. En ze zijn ook veel armer. Veel bedelende vrouwen, kindjes die staan te zingen op straat of snoepjes verkopen. Het is moeilijk om van m'n hart een steen te maken en ze niets te geven. Of als we iets geven is het brood of fruit en in tegenstelling tot in België zijn ze er hier wel heel blij mee.
De bedden zijn hier ook van mindere kwaliteit. Matrassen zijn soms amper nog te zien, maar we zijn blij dat we eindelijk eens ons matje kunnen gebruiken dat we nu al meer dan 3 maand meesleuren.

Ons Bolivia-avontuur begon op het Titicacmeer. Dinsdagmorgen namen we de boot naar Isla del Sol, maar veel zon zagen we niet. Grijze wolken, af en toe een fikse regenbui (aiai, we hadden ons op het bovendek gezet om te genieten van het uitzicht, maar in plaats daarvan hadden we flink koud!) en weinig te zien. De Argentijnen die met ons begonnen te praten maakten het toch een beetje aangenaam. Rond de middag waren we op het eiland en begon het alleen maar meer te regenen. Goed, dan eerst maar iets gegeten. Toen we buitenkwamen kwam de zon er eindelijk een beetje door en 10 minuten later zagen we eindelijk de witte stranden met een prachtige blauwe zee waar we op gehoopt hadden. Waw, dit was echt het aards paradijs! Blauwe lucht, zalige zon, prachtige uitzichten... We keken onze ogen uit. Samen met de Argentijnen maakten we een wandeling op het eiland langs de Inkaruïnes. Na elke bocht kwam er weer een 'waw! Zo mooi!' Que hermosa, que bonita!' Rond een uur of 3 lieten we de Argentijnen achter op het noordelijk deel en stapten wij nog 3 uur naar het zuiden van het eiland. 't Was toch lastiger dan gedacht, maar we zaten dan ook op het hoogste meer ter wereld! In het zuiden zochten we een hostel, waar er teovallig ook een Belg uit Gent logeerde. We genoten van de zonsondergang (ook al was het ongelooflijk koud geworden!) en we wisselden reiservaringen uit. Woensdag scheen de zon en namen we de boot terug naar Copacabana. Wat een verschil met de ochtend ervoor! Op de boot zat er nog een andere Belg uit Gent, dus spraken we voor 1 keer geen Spaans.

Woensdagmiddag lieten we dit prachtige oord achter ons en namen we de bus naar Oruro, een stad die bekend staat om zijn carnaval. Spijtig genoeg waren we daarvoor te vroeg. Veel speciaals hebben we daar niet gedaan. Wat rondgelopen, verslag geschreven over ons vrijwilligerswerk, geslapen... Vrijdag namen we dan de trein naar Uyuni. Ongelofelijk... We reden dwars door een meer waar de flamingo's opvlogen en daarna door de altiplano, een grote vlakte waar er bijna niets is, bhalve wat quinoastruiken en een paar verdwaalde lama's, maar die leegte was magnifiek mooi. En het reizen met de trein is veel leuker dan met de bus. Meer plaats, geen wagenziekte als we wilden lezen of armbandjes maken. Rond 22u. waren we dan in Uyuni, een dorp in de middle of nowhere, waar eerst de zoutontginners woonden en nu vooral de toeristen het merendeel van de bevolking maakt. Gelukkig vonden we snel een hostel en konden we slapen.
Zaterdag gingen we dan op zoek naar een organisatie om een tour te maken naar de zoutwoestijn. Geen sinecure als je bedenkt dat er zo'n 50 organisaties bestaan en er gewaarschuwd wordt voor verdwalen, bevriezen. autopech, omkomen van honger en dorst... Maar we merkten dat al die waarschuwingen een beetje overdreven waren. We boekten onze toer en de rest van de dag vulden we met in de zon zitten, onze gaten in onze broeken dichtnaaien, armbandjes maken, in ons dagboek schrijven...

Zondagmorgen vertrokken we dan, voor drie dagen de woestijn en het vulkaanlandschap in. We zaten samen met een Frans koppel in de auto en nog een ander meisje uit Frankrijk en dan nog een meisje uit Paraguay. Een leuke groep! Het Franse koppel waren proffesionele muzikanten, Frederica is zangeres en Joan contrabassist, maar op reis speelt hij gitaar. En goed! 's Avonds in de hostels hebben we samen muziek gespeeld. Katrien en ik gitaar en viool en zij zingen en gitaar. Superleuk!
De tocht zelf was ook wondermooi. De eerste dag zagen we reuzegrote cactussen die amper 1 cm per jaar groeien (sommigen waren meer dan 4 meter hoog!), bezochten we het treinkerkof (iets wat ze instand houden voor de toeristen, maar ze zouden dat oud ijzer beter hersmelten) en dan het hoogtepunt van de dag: de zoutvlakte. Waw! Een en al wit, maar dat maakte het zo bijzonder. 12500 vierkante kilometer zout, van 2 tot 40 meter dik. We genoten.
De tweede dag was minder, want het regende heel de tijd en het was koud, waardoor de landschappen vooral grijs waren en de dingen die te zien waren wat verloren gingen. 't Was vooral snel in en uit de auto om een paar foto's te nemen, niet echt mijn ding. We zagen een paar meren met flamingo's, een boom uit steen (door de wind wordt de onderkant van de rots weggeërodeerd en krijg je een boom) en dan nog een meer dat normaal rood kleurt onder de zon, maar er was dus geen zon en ook geen rood...
Maar de derde dag maakte alles goed. We stonden op om 4u30 (wat was het koud op meer dan 4000 meter hoogte!). Onderweg kleurde de lucht rood en kwam de zon op. We zagen witbesneeuwde vulkaantoppen en gele en rode woestijnvlakten. Wat een landschap! We stopten aan de geisers (hete lucht die uit de aarde ontsnapt) en ook aan een warmwaterbron. Heet water komt constant uit de grond waardoor er een constante temperatuur van 37 graden. Zo'n meertje wil ik ook wel in mijn tuin later... Na het ontbijt reden we naar de grens van Chili waar we Frederica en Joan afzetten en dan reden wij heel de weg terug naar Uyuni. Goed voor 8 uur auto! Hier lijkt het zo normaal om 8 uur of meer in de auto of de bus te zitten en in België vinden we het al ver als we naar Brussel moeten. Maar ik was toch blij toen we thuis waren. Snel nog iets gaan eten, ons busticket voor Potosi gaan boeken en dan ons bed in. Alle, het bed van de hosteleigenares. We hadden gereserveerd voor de hostel, maar ze was het vergeten en alles was volzet. Met veel excuses haalde ze haar kamer leeg en mochten we daar slapen. Maar een beter bed dan in de kamers had ze spijtig genoeg wel niet... Ze had eens moeten weten dat ze de dochter van de Weba op bezoek had!

Woensdagmorgen zijn we dan vertrokken naar Potosi. Alsof we nog niet genoeg mooie dingen gezien hadden was dit ook weer een pareltje van een rit. Een rit in m'n lievelingskleur: rood tot roestbruin. Zo'n mooie kleuren dat de aarde kan hebben! Er zat een quinoaboer naast ons die graag vertelde over de streek. Hij toonde ons de quinoavelden, vertelde dat het steeds moeilijker wordt om te telen door de verandering in klimaat. Hij toonde ons de lama's en ook de vele mijnen die hier zijn. Ze blijven de mineralen maar bovenhalen. Er zit hier nog een rijkdom in de grond... Maar daarover zal Katrien meer vertellen.
Fuerza, paz y alegria de Potosi, Bolivia,
Annelien

02 januari 2012

Samen met het nieuwe jaar kwam de regen

Dag lieve iedereen,
eerst en vooral voor iedereen een heel gelukkige nieuwjaar! Peru kleurt op oudjaar helemaal rood en geel: kleuren van de liefde en de hoop. Waarschijnlijk wel de twee belangrijkste dingen in het leven.


Ondertussen zijn we al ver weg van Arequipa en zijn we in Copacabana, in Bolivia. Deze morgen hebben we Peru achter ons gelaten, met toch een beetje spijt in m'n hart. Maar naast de spijt zitten er ook heel veel mooie herinneringen en een paar prachtige vrienden die ik niet snel zal vergeten. We hadden er een heel mooie tijd, de voorbije 10 weken en daar kan ik alleen maar blij om zijn. Nu staan we aan het begin van het laaste deel van de reis: Bolivia! Deze morgen was het aan het stortregenen, waardoor we even dachten dat we in België waren. Maar ondertussen heeft de zon de straten al gedroogd en genieten wij van een prachtig zicht op het Titicacameer. Ja, met het nieuwe jaar is het regenseizoen begonnen. Veel plensbuien en dan periodes dat het droog is. We hopen dat het onze reisplannen niet te veel in de war zal brengen!


Maar, voor we beginnen te dromen over de eilanden in het Titicacameer, eerst nog iets over de laatste week in Peru. Onze laatste dagen vrijwilligerswerk waren nog heel erg druk. We wilden voor elk meisje een mapje maken met wat gekleurd papier, stiften, foto's, een blad met wat we de voorbije weken gedaan hebben en nog wat gerief om te knutselen. En daar kroop tijd in! Maandag hebben we gedanst, dinsdag eerst naar de film Slummdog Millionair gekeken (een film over straatkinderen in India) en in de namiddag eerst yogales gegeven en daarna gewerkt rond emoties. Eerst hebben we alle emoties op het bord getekend en daarna mochten ze zichzelf in het verleden, het heden en de toekomst tekenen. Daarna mochten ze ook nog een brief schrjven naar zichzelf met dromen en hoe ze zichzelf zien, die ze gaan openen als ze de gevangenis verlaten. We waren een beetje bang om dat te doen, want meestal zijn ze niet zo enthousiast als ze iets moeten doen rond hun eigen emoties en zichzelf moeten uiten, maar wonder boven wonder sloeg het aan en werd er veel geschreven.
Woensdag was het dan afscheidsfeest. We hadden cake gebakken en rijstpap gemaakt voor iedereen en daarna was er vrij podium, waar de meisjes verschillende traditionele dansen opvoerden. We zongen nog eens alles wat we geleerd hadden en nadat we de mapjes uitgedeeld hadden wilde iedereen dat we nog iets schreven voor hen persoonlijk. Wel duizend keer vroegen ze wanneer we terugkwamen en bedankten ons voor de voorbije weken, de ene met veel woorden, de andere met veel knuffels. Blijkbaar hadden we dan toch iets teweeggebracht in hun harten. Ook meisjes die zelden enthousiast waren als we iets deden kwamen ons nu zeggen dat ze ons gingen missen. We kregen prachtige brieven en kaarten en tegen 8 uur 's avonds stapten we buiten, met een diepe zucht, wetende dat we de meisjes hier achterlieten en hun saaie, berkompen leven in de gevangnis weer kon beginnen. Maar we kregen heel veel positieve reacties van de sociaal werkster, de secretaresse en de kokkin. Ze zeiden dat de meisjes altijd vol vreugde waren als wij er waren. En de kokkin zei de laatste dagen dat ze wel alleen zou koken, dat ze liever had dat de meisjes die normaal moesten helpen met ons mee konden doen. Ik hoop dat we ook bij hen iets veranderd hebben en ze ook een beetje anders zullen doen tegen de meisjes. 's Avonds vertelde Roberto ons dat hij met de zuster, het hoofd van de gevangenis, gepraat had, en ze zeker nog eens vrijwilligers wil. Wij waren de allereersten die er binnen zijn geweest. Andere vrijwilligers die we leerden kennen vroegen ons zelfs verbaasd hoe het ons gelukt was om daar te kunnen werken. Veel dank dus aan Roberto dat hij ons daar binnengebracht heeft en dat de zuster zo gezien heeft dan invloed van buitenaf niet altijd slecht moet zijn en dat er ook goede mensen bestaan die niet in God geloven.


Dinsdag was een speciale dag in het gezin. Roberto had al de hele week ervoor gezegd: Martes, vamos a techar, dinsdag gaan we het dak leggen. In de periode dat wij er waren hebben ze een derde verdieping op hun huis gezet en dinsdag werd het dak dus gelegd. Wij dachten: Ah, leuk! Dan worden we eindelijk niet meer om 6 uur gewekt door geklop en de metsters die meezingen met de radio! :) Maar, toen we dinsdagmorgen beneden kwamen zat de keuken vol vrouwen die aardappelen aan het schillen waren en hadden de mannen de eerste flessen bier al opengetrokken. Het werd die dag een groot feest, met alle familie en vrienden die kwamen eten om het nieuwe dak te vieren. Dat hadden we niet verwacht! Maar eigenlijk hadden we dat wel kunnen raden. Elke gelegenheid wordt hier gebruikt om te feesten en een dak is hier heel speicaal, een teken van rijkdom. Een eerste dak is nog specialer natuurlijk, maar een derde evenzeer. Als er ooit nog eens een dak gelegd wordt, dan ga ik niet werken en blijf ik thuis om te feesten! Maar goed, we hadden de meisjes beloofd te komen en als plichtsbewuste Belgen konden we hen daar niet alleen laten.

Woensdagavond aten we samen met Carmen en de twee kinderen. Roberto heeft op woensdagavond een radioprogramma, samen met een Belg. De vrouwen uit de gevangenis mogen brieven schrijven naar hun familie en dan lezen Roberto en Bruno die voor, zodat de familie die kan horen. De familie kan ook bellen naar de radio en zo is er een beetje communicatie tussen de vrouwen en hun kinderen en familie. We zijn een keer mee geweest om te kijken hoe het ging. Er werd vooral veel gelachen tussen Roberto en Bruno en het was leuk om een Belg te zien! Bruno is professor in Arequipa en hij kent roberto al 30 jaar.
Maar dus moesten we woensdagavond tot middernacht wachten op Roberto. Ondertussen leerden we Renato en Laura armbandjes maken en waren er weer twee gelukkige zielen bij op de wereld. Toen Roberto er was dronken samen nog een cocktail en praatten een beetje over de voorbije weken. Om 2 uur zaten we in ons bed en om 5 er terug uit voor onze bus naar Cusco. Iedereen was nog opgestaan om ons uit te zwaaien en toen waren we weg, voor de laatse keer de lange weg naar het centrum van de stad, de laatste keer de boeren zien op hun ajuinenveld en de laatste keer de prachtige vulkanen zien. Ciao Arequipa!

Maar toen we Cusco binnen reden vonden we het niet zo erg dat we geruild hadden van stad. Ik was een beetje vergeten hoe prachtig de natuur daar is en hoe rustiger de stad. Arequipa ligt in de woestijn, Cusco aan het begin van de jungle. Het was ook weer een verademing om in het midedn van de stad te wonen en 1 minuut te moeten wandelen om brood in plaats van een uur op de bus te moeten zitten voor je ergens een betaalbare winkel had. We sliepen in Caja Magica, de magische doos, de gloednieuwe hostel van Eduardo, de Peruaan die we de vorige keer in Cusco hadden leren kennen en een project heeft lopen in de sloppenwijk in Cusco (waar wij zijn lokaal hebben helpen schilderen). De hostel dient als sponsoring voor zijn project en als onderdak voor de vrijwilligers. Een leuke plek, midden in de stad met veel leuke mensen.
Vrijdag hebben we de zoutmijnen bezocht, iets wat al bestaat van in de tijden van de Inka's. Het zijn duizenden terassen waar ze een beetje bergwater in laten stromen en dan verdampt de zon het water, waardoor het zout overblijft. Een vernuft systeem, met prachtige kleuren in een prachtige omgeving. Daar zou ik wel willen werken! :) Dan hebben we nog Pisac bezocht, een klein Incastadje, waar nu vooral de toeristische markt met de plaatselijke producten belangrijk is. Prachtige dingen! Maar onze overvolle rugzak laat het voorlopig niet echt meer toe om veel te kopen, dus hebben we vooral gekeken. Dan terug naar Cusco met de bus. 's Avonds speelden we muziek met Eduardo en Gustavo, de andere 'leider' van het project. Eindelijk, want in Arequipa had ik niet veel tijd gehad om m'n viool vast te pakken.
Oudejaarsvaond vierden we in de hostal met de andere vrijwilligers: kip met friet! De maaltijd doen we in België nog eens over, want de Peruaanse frieten zijn echt niet lekker. Maar het was gezellig. Tegen 12 uur gingen we naar de grote markt waar het ongelooflijk druk was en het vuurwerk in het rond vloog. Het is de traditie dat je om 12 uur 12 druiven in je mond steekt, een rondjes rond het plein loopt met een rugzak vol dromen, geel of rood ondergoed draagt en in de huizen wordt er overal rijst gestrooid en wordt er een offer gebracht aan Pacha Mama, moeder Aarde. Het is wel leuk dat ze die tradities hier hebben. En ook dat iedereen op straat komt om te vieren. In België zit iedereen meer in zijn huis.

Nieuwjaarsdag was uitslapen, rugzak maken, op het gemak wat zitten en les volgen in armbanden maken. Het is zot wat sommigen hier met een paard draden kunnen. Echt kunstwerken! Wij zijn hard aan het oefenen... Om 10 uur 's avonds hadden we onze bus. Afscheid genomen en vertrokken.
Deze morgen waren we dan rond 10 uur aan de grens, die we te voet overstaken. Nog een laatste keer kijkend naar Peru om ons dan om te draaien en de nieuwe indrukken van Bolivia op te vangen. Zoals er op ons nieuwjaarskaartje staat: waar een poort zich sluit, opent er zich een nieuwe...
Annelien