14 januari 2012

De schoonheid van het alles en de schoonheid van het niets

En ik die dacht dat Peru alle schoonheid van Zuid-Amerika in zich droeg... Bolivia is zowaar nog mooier. Waw, we zijn onder de indruk. De mensen zijn wel minder vriendelijk en veel gereserveerder dan in Peru en dat was even wennen. In Peru stonden ze te springen om ons te helpen en hier moet je toch meer zelf naar de mensen toe stappen. En ze zijn ook veel armer. Veel bedelende vrouwen, kindjes die staan te zingen op straat of snoepjes verkopen. Het is moeilijk om van m'n hart een steen te maken en ze niets te geven. Of als we iets geven is het brood of fruit en in tegenstelling tot in België zijn ze er hier wel heel blij mee.
De bedden zijn hier ook van mindere kwaliteit. Matrassen zijn soms amper nog te zien, maar we zijn blij dat we eindelijk eens ons matje kunnen gebruiken dat we nu al meer dan 3 maand meesleuren.

Ons Bolivia-avontuur begon op het Titicacmeer. Dinsdagmorgen namen we de boot naar Isla del Sol, maar veel zon zagen we niet. Grijze wolken, af en toe een fikse regenbui (aiai, we hadden ons op het bovendek gezet om te genieten van het uitzicht, maar in plaats daarvan hadden we flink koud!) en weinig te zien. De Argentijnen die met ons begonnen te praten maakten het toch een beetje aangenaam. Rond de middag waren we op het eiland en begon het alleen maar meer te regenen. Goed, dan eerst maar iets gegeten. Toen we buitenkwamen kwam de zon er eindelijk een beetje door en 10 minuten later zagen we eindelijk de witte stranden met een prachtige blauwe zee waar we op gehoopt hadden. Waw, dit was echt het aards paradijs! Blauwe lucht, zalige zon, prachtige uitzichten... We keken onze ogen uit. Samen met de Argentijnen maakten we een wandeling op het eiland langs de Inkaruïnes. Na elke bocht kwam er weer een 'waw! Zo mooi!' Que hermosa, que bonita!' Rond een uur of 3 lieten we de Argentijnen achter op het noordelijk deel en stapten wij nog 3 uur naar het zuiden van het eiland. 't Was toch lastiger dan gedacht, maar we zaten dan ook op het hoogste meer ter wereld! In het zuiden zochten we een hostel, waar er teovallig ook een Belg uit Gent logeerde. We genoten van de zonsondergang (ook al was het ongelooflijk koud geworden!) en we wisselden reiservaringen uit. Woensdag scheen de zon en namen we de boot terug naar Copacabana. Wat een verschil met de ochtend ervoor! Op de boot zat er nog een andere Belg uit Gent, dus spraken we voor 1 keer geen Spaans.

Woensdagmiddag lieten we dit prachtige oord achter ons en namen we de bus naar Oruro, een stad die bekend staat om zijn carnaval. Spijtig genoeg waren we daarvoor te vroeg. Veel speciaals hebben we daar niet gedaan. Wat rondgelopen, verslag geschreven over ons vrijwilligerswerk, geslapen... Vrijdag namen we dan de trein naar Uyuni. Ongelofelijk... We reden dwars door een meer waar de flamingo's opvlogen en daarna door de altiplano, een grote vlakte waar er bijna niets is, bhalve wat quinoastruiken en een paar verdwaalde lama's, maar die leegte was magnifiek mooi. En het reizen met de trein is veel leuker dan met de bus. Meer plaats, geen wagenziekte als we wilden lezen of armbandjes maken. Rond 22u. waren we dan in Uyuni, een dorp in de middle of nowhere, waar eerst de zoutontginners woonden en nu vooral de toeristen het merendeel van de bevolking maakt. Gelukkig vonden we snel een hostel en konden we slapen.
Zaterdag gingen we dan op zoek naar een organisatie om een tour te maken naar de zoutwoestijn. Geen sinecure als je bedenkt dat er zo'n 50 organisaties bestaan en er gewaarschuwd wordt voor verdwalen, bevriezen. autopech, omkomen van honger en dorst... Maar we merkten dat al die waarschuwingen een beetje overdreven waren. We boekten onze toer en de rest van de dag vulden we met in de zon zitten, onze gaten in onze broeken dichtnaaien, armbandjes maken, in ons dagboek schrijven...

Zondagmorgen vertrokken we dan, voor drie dagen de woestijn en het vulkaanlandschap in. We zaten samen met een Frans koppel in de auto en nog een ander meisje uit Frankrijk en dan nog een meisje uit Paraguay. Een leuke groep! Het Franse koppel waren proffesionele muzikanten, Frederica is zangeres en Joan contrabassist, maar op reis speelt hij gitaar. En goed! 's Avonds in de hostels hebben we samen muziek gespeeld. Katrien en ik gitaar en viool en zij zingen en gitaar. Superleuk!
De tocht zelf was ook wondermooi. De eerste dag zagen we reuzegrote cactussen die amper 1 cm per jaar groeien (sommigen waren meer dan 4 meter hoog!), bezochten we het treinkerkof (iets wat ze instand houden voor de toeristen, maar ze zouden dat oud ijzer beter hersmelten) en dan het hoogtepunt van de dag: de zoutvlakte. Waw! Een en al wit, maar dat maakte het zo bijzonder. 12500 vierkante kilometer zout, van 2 tot 40 meter dik. We genoten.
De tweede dag was minder, want het regende heel de tijd en het was koud, waardoor de landschappen vooral grijs waren en de dingen die te zien waren wat verloren gingen. 't Was vooral snel in en uit de auto om een paar foto's te nemen, niet echt mijn ding. We zagen een paar meren met flamingo's, een boom uit steen (door de wind wordt de onderkant van de rots weggeërodeerd en krijg je een boom) en dan nog een meer dat normaal rood kleurt onder de zon, maar er was dus geen zon en ook geen rood...
Maar de derde dag maakte alles goed. We stonden op om 4u30 (wat was het koud op meer dan 4000 meter hoogte!). Onderweg kleurde de lucht rood en kwam de zon op. We zagen witbesneeuwde vulkaantoppen en gele en rode woestijnvlakten. Wat een landschap! We stopten aan de geisers (hete lucht die uit de aarde ontsnapt) en ook aan een warmwaterbron. Heet water komt constant uit de grond waardoor er een constante temperatuur van 37 graden. Zo'n meertje wil ik ook wel in mijn tuin later... Na het ontbijt reden we naar de grens van Chili waar we Frederica en Joan afzetten en dan reden wij heel de weg terug naar Uyuni. Goed voor 8 uur auto! Hier lijkt het zo normaal om 8 uur of meer in de auto of de bus te zitten en in België vinden we het al ver als we naar Brussel moeten. Maar ik was toch blij toen we thuis waren. Snel nog iets gaan eten, ons busticket voor Potosi gaan boeken en dan ons bed in. Alle, het bed van de hosteleigenares. We hadden gereserveerd voor de hostel, maar ze was het vergeten en alles was volzet. Met veel excuses haalde ze haar kamer leeg en mochten we daar slapen. Maar een beter bed dan in de kamers had ze spijtig genoeg wel niet... Ze had eens moeten weten dat ze de dochter van de Weba op bezoek had!

Woensdagmorgen zijn we dan vertrokken naar Potosi. Alsof we nog niet genoeg mooie dingen gezien hadden was dit ook weer een pareltje van een rit. Een rit in m'n lievelingskleur: rood tot roestbruin. Zo'n mooie kleuren dat de aarde kan hebben! Er zat een quinoaboer naast ons die graag vertelde over de streek. Hij toonde ons de quinoavelden, vertelde dat het steeds moeilijker wordt om te telen door de verandering in klimaat. Hij toonde ons de lama's en ook de vele mijnen die hier zijn. Ze blijven de mineralen maar bovenhalen. Er zit hier nog een rijkdom in de grond... Maar daarover zal Katrien meer vertellen.
Fuerza, paz y alegria de Potosi, Bolivia,
Annelien

Geen opmerkingen:

Een reactie posten