We zaten dus veilig in onze hostel in Andahuaylas, samen met Alex de Roemeen. Wij hadden niet echt haast, maar hij moest de volgende dag in Cusco zijn voor de Inka trail, de vierdaagse trekking naar Macchu Picchu, die hij al gereserveerd en betaald had, dus hij hoopte ergens toch een bus te vinden. De mensen zeiden dat we om 3 uur 's nachts naar de kleine busstation moesten gaan om daar een klein busje naar Abacay te vinden. Goed, dan eerst maar iets gaan eten. de stad was stil. Geen verkeer, niet zoveel mensen op straat en alle hekkens van de winkels en restaurants naar beneden, je kon enkel binnen via een klein deurtje. Je voelde de spanning hangen (ofwel was het mijn eigen spanning die ik voelde...), maar weer wisten we niet of het nu gevaarlijk was of niet, of we elk moment een steen tegen ons hoofd konden krijgen of niet. Echt een raar gevoel.
Na het eten gaan slapen rond 22 uur en de wekker gezet om 2 uur in de nacht. Aiaiai! We liepen naar het busstation, maar daar waren de eerste bussen al vol. Gelukkig was er een vrouw die ons vertelde dat er nog een busje kwam en 3u30 en daarmee konden we dan mee. Voor 25 soles, ongeveer 8 euro. Ik was al blij dat ze geen grof geld vroegen. dat deden de taxi's wel: 150 soles!!! Maar waarschijnlijk hadden we dat ook wel gedaan, want ze vertelden dat de situatie zich aan het uitbreiden was. Ergens was ik graag gebleven om alles van dichtbij mee te maken en te kunnen spreken met de mensen, maar misschien zaten we dan wel heel lang vast en was dit onze enige kans om snel in cusco te geraken. en we hadden een jongen bij ons, wat ons (mij toch) toch iets meer vertrouwen gaf. Goed, het overvolle busje in (stel je onze oude witte camionette voor, maar dan met vier rijen zetels langs achter. Veel plaats was er dus niet. Tijdens de rit lagen er overal stenen en bomen langs de weg om de weg te versperren en moest de chauffeur constant slalommen. Na een halfuur stopte de bus en moesten we allemaal uitstappen, De bagage van het dak en in drie woorden Spaans zeiden ze ons de berg op de klimmen, slap wijzend in de richting van een boom een stuk hoger en dat er daar een ander busje op ons zou wachten. Dat was om een gevaarlijk stuk blokkade te vermijden. En o ja, we moesten ook stil zijn en geen licht gebruiken. Dat was het vreselijkste moment van de reis. Het was pikdonker, we moesten een ongelooflijk steile helling op (ongeveer loodrecht naar boven) met onze zware rugzakken, niet wetend waar we waren, niet wetend of er daar wel een busje zou staan, niet wetend of er gevaar was en alleen maar vooruit kunnen en niet meer terug. Toen voelde ik me echt een vluchteling en was ik bang. Gelukkig waren de andere mensen uit de bus heel behulpzaam en hielpen we elkaar om de heuvel op te raken. De opluchting was groot toen we het busje zagen. De rest vande rit was rustig, met weeral prachtige uitzichten en een mooie zonsopgang. de platte band die we nog hadden onderweg was een futiliteit en we konden bijna niet geloven dat we 6 uur later echt in Abancay waren. Het was 9 uur, de zon scheen en in het busstation riepen de busmaatschappijen om te hardst om ons hun tickets naar Cusco te verkopen. We waren weer in het 'normale' Peru. Voor ons voelde het alsof het 9 uur in de avond was omdat we al zo lang op waren en van al de spanning. Tegen 16 uur waren we dan eindelijk in Cusco...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten